De overheid heeft de regeldruk op de financiële sector de afgelopen jaren fors opgevoerd. Zo wil de overheid toezicht houden op geldstromen en witwassing of financiering van terrorisme tegengaan. Concreet wordt dit geregeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze toegenomen regeldruk zorgt voor een betere controle van de overheid op witwaspraktijken en financiële geldstromen.

Deze regelgeving zorgt echter voor een tweetal problemen. Ten eerste voert het de regeldruk op de banken en andere instellingen op, wat grote kosten met zich meebrengt.

Het tweede probleem ziet op de rol van de overheid. Middels regelgeving is de overheid beter in staat geldstromen te controleren. SGP-jongeren staat hier sceptisch tegenover. Hoewel we de noodzaak van het bestrijden van witwassen en terrorisme zien, dient de overheid zich terughoudend op te stellen in haar controle.

Het belang van regulering van de financiële sector ziet vaak op grensoverschrijdende problemen. Daarom moeten deze regels op Europees of internationaal niveau worden opgesteld.

Kort gezegd staat SGP-jongeren positief-kritisch ten opzichte van de (toenemende) regulering van de financiële sector. Regelgeving dient proportioneel te zijn en de overheid moet oppassen de sector niet overmatig te belasten. Waar regulering nodig is, dient dit bij voorkeur in internationaal verband te worden vorm gegeven.