In Nederland kun je kraanwater gewoon drinken, en dat is een groot voorrecht. Zelfs in sommige westerse landen moeten mensen gebotteld water kopen, omdat het water uit de kraan ongezond is. Maar hoe zorgen we ervoor dat we dit voorrecht blijven behouden? In dit statement gaan we verder in op de rol die de waterschappen en Rijkswaterstaat daarin spelen.

Waar komt het water uit de kraan vandaan?

Verreweg het meeste water dat gebruikt wordt in Nederland, wordt gewonnen uit meren en rivieren. Maar het water dat uit de kraan komt, is juist grotendeels afkomstig van grondwater. Ook in de landbouw wordt veel grondwater gebruikt. Uiteindelijk komt al het gebruikte water op twee manieren in Nederland terecht: door neerslag of via rivieren. 's Zomers, als het in Nederland en de regio's van de Rijn en Maas soms erg droog is, kan er daardoor een tekort aan zoetwater ontstaan.

Rijkswaterstaat probeert het tekort aan zoetwater op te vangen door het op te slaan. Grondwater is op zichzelf al opgeslagen regenwater, en rivierwater kan in het IJsselmeer en Markermeer worden opgeslagen. Deze meren vormen op die manier een reservoir dat laaggelegen delen van Nederland van water kan voorzien. Toch hebben ook deze bronnen een beperkte voorraad, waardoor er tijdens de zomer een drinkwatertekort kan ontstaan. Op dat moment wordt er met drie verschillende niveaus gewerkt: een dreigend watertekort, een feitelijk watertekort en een nationale crisis.

Als er schaarste ontstaat, heeft Rijkswaterstaat een zogenaamde ‘verdringingsreeks’. Deze reeks bepaalt waar het water naartoe moet. Er wordt bijvoorbeeld hoge prioriteit gegeven aan het voorkomen van onherstelbare schade aan natuurgebieden, terwijl recreatie een heel lage prioriteit heeft.

De politiek is aan zet

Door klimaatverandering gaat het waarschijnlijk steeds vaker gebeuren dat er drinkwatertekorten ontstaan in de zomer. Daarom is het belangrijk om na te denken welke maatregelen we in Nederland willen nemen om dat tegen te gaan, en ook wat er precies moet gebeuren als het toch gebeurt. Veel belangrijke besluiten gaan daarbij via de landelijke overheid, omdat Rijkswaterstaat het beheer heeft over de grote drinkwaterbronnen, zoals rivieren en meren. Maar uiteraard spelen de waterschappen ook een rol. Het waterschap bij jou in de buurt moet ervoor zorgen dat er in jouw regio voldoende water beschikbaar is in tijden van droogte. Zeker voor agrariërs is dat van groot belang.

Het waterschap moet dus beslissingen nemen over de hoeveelheid grondwater die beschikbaar is en welke verdere buffers worden aangelegd voor tijden van droogte. Sommige partijen willen bijvoorbeeld het grondwaterpeil in laaggelegen gebieden verhogen, maar dat brengt het probleem met zich mee dat deze gebieden moerassig worden en niet meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld landbouw. Dat betekent wel dat er nagedacht moet worden over alternatieve maatregelen, zoals het beter opvangen van regenwater of waterbesparing.

Of er in jouw omgeving voldoende zoetwater is voor huishoudens en boeren hangt dus af van de maatregelen die door het waterschap genomen worden. Welke dat zijn, hangt af van jouw stem op 15 maart bij de waterschapsverkiezingen. Dan kun jij ervoor zorgen dat we onze drinkwatervoorziening op een goede manier op peil houden.


(Achtergrondbeeld: Getty Images/iStockphoto)