Ieder die het nieuws in de media volgt en soms ook een bericht over de landbouw leest zal het woord innovatie niet zijn ontgaan. Vorig jaar werd door de toenmalig minister Adema in zijn kamerbrief van 23 januari al aangegeven dat er ingezet moet worden op innovaties waarmee positief resultaat behaald kan worden. Nu is een bewezen innovatie een tegenstelling om het feit dat een nieuw onderzoeksproces wat in ontwikkeling is alleen een innovatie genoemd kan worden.
Eurocommissaris Christophe Hansen gaf op 20 maart 2025 aan dat de kunstmatige krimp (welke Nederland toepast door de opkoopregeling) niet zijn advies zou zijn. Hansen onderkent de problemen en ziet het mestoverschot, maar denkt dat innovaties veel problemen kunnen oplossen. Europa is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van Russische kunstmest. In 2023 importeerde de Europese Unie 3,6 miljoen ton kunstmest uit het land, goed voor een omzet van 1,28 miljard euro.
Op dit moment zijn er in de melkveehouderij verschillende ontwikkelingen op het onderdeel RENURE. Door het overschot aan dierlijke mest en de beperkte plaatsingsruimte, is er een mogelijkheid om dierlijke mest op een alternatieve wijze te benutten. Dit is mogelijk met het product REcovered Nitrogen from manURE (RENURE). Dit product is een kunstmestvervanger geproduceerd uit bewerkte runderdrijfmest. RENURE-meststoffen zijn een potentieel alternatief voor synthetische chemische meststoffen. De toelating van de toepassing van deze meststof zal gedaan moeten worden door het nitraatcomité van de Europese Commissie. Ook tijdens de vergadering op 20 maart is dit onderwerp niet in stemming gebracht. Deze toelating is nodig om innovaties te kunnen doorontwikkelen. Landbouwminister Femke Wiersma gaat daarom de komende tijd diverse Europese lidstaten bezoeken om hen te overtuigen van het belang van de toelating van RENURE als kunstmestvervanger.
Enkele interessante innovaties welke op dit moment in ontwikkeling zijn zullen kort worden toegelicht. Op dit moment vindt er een pilot praktijkonderzoek plaats waarbij veehouders de meststromen bij toepassing van innovaties als RENURE mogen toepassen.
Stikstofstripper
De stikstofstripper maakt gebruik van de techniek strippen/scrubben. De mest wordt hierbij eerst gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie. De dikke fractie kan als rijke organische meststof worden ingezet. Dit werkt tevens positief op het bodemleven. De dunne fractie wordt vervolgens gestript waarbij door vervluchtiging de ammoniak uit de mest kan worden onttrokken. De laatste stap is het scrubben waarbij de gasvormige ammoniak wordt geabsorbeerd en gebonden aan zwavelzuur. Het eindproduct wat ontstaat is ammoniumsulfaat dat kan worden ingezet als kunstmest en voldoet aan de RENURE-criteria. Ook ontstaat een gedeelte restwater rijk aan kalium, dat door de veehouder gericht kan worden toegepast. Een koe produceert 140 kg stikstof per jaar verdeeld in 70 kg organische en 70 kg in ammonium vorm. De 70 kg die zich in ammonium bevindt kan worden teruggebracht naar 14 kg stikstof. Door het strippen van de mest kan dus een stikstofreductie van 80 procent worden behaald.
Lely Sphere
De Lely Sphere bestaat uit verschillende onderdelen. Allereerst bevat de stal een dichte vloer met gaatjes. In de stal rijdt een robot, de collector, welke de mest opzuigt en vervolgens lost in een aparte kelder. De urine wordt afgevoerd door de gaatjes en komt dus gescheiden van de mest in een kelder binnen. Als laatste onderdeel is er de Lely Sphere unit die onderdruk creëert in de kelder en hierdoor de kelderlucht kan afzuigen. De opgezogen kelderlucht gaat door een filter in de unit, waarbij de stikstof wordt afgevangen met zwavelzuur of salpeterzuur, hierdoor ontstaat er ammoniumnitraat of ammoniumsulfaat. Dit systeem heeft een ammoniakuitstoot van 3 kg per koe per jaar. Er wordt daarmee een reductie behaald van 70 procent t.o.v. en gangbaar stalsysteem. De urine die apart wordt opgevangen wordt in praktijkproeven op dit moment als RENURE toegepast.
Koeientoilet
Door urine en mest bij de bron te scheiden wordt een methaanreductie gerealiseerd van 35 tot 40 procent. Door de koe te stimuleren in de krachtvoer box, gaat deze urineren en kan de urine worden opgevangen en apart worden opgeslagen. De urine kan vervolgens apart worden bemest en is snel opneembaar voor de plant. Ook vanuit dit systeem wordt in proeven de werking van urine als RENURE onderzocht. Op dit moment behaalt het systeem een ammoniakuitstoot van 6 kg per koe per jaar. Een traditionele stal met roostervloer behaalt 13 kg per koe per jaar.
Visie SGPJ
SGP-jongeren ziet innovaties niet als enige oplossing maar vindt wel dat de ontwikkeling noodzakelijk is. Minder afhankelijk van Russische kunstmest zou al een grote winst zijn als agrarische sector. Wanneer RENURE mag worden toegepast zullen meer melkveehouders aan de slag willen met nieuwe technieken. Techniek kan echt goed worden ontwikkeld wanneer er markt voor is. Op dit moment is er nog beperkt kennis over de toepassing van de verschillende technieken voor het individuele bedrijf. Het kiezen van de juiste bemestingsstrategie als veehouder is bij deze systemen bijvoorbeeld veel lastiger. Wanneer ook vanuit de politiek ruimte wordt gegeven voor deze ontwikkelingen zal er niet alleen worden gepraat over bewezen innovaties maar vooral over toekomstperspectief.