Sharon Dijksma weet het zeker: ‘Een stad als Utrecht heeft een plek nodig waar het legale beroep van sekswerker op een veilige manier uitgeoefend kan worden.’ Deze week werd in Utrecht verheugd gereageerd op het vinden van een stichting die raamprostitutie commercieel wil exploiteren. De verregaande commercialisering van seksualiteit is –helaas! - niet nieuw, maar het stelt ons wel voor de vraag hoever seksuele vrijheid strekt.

SGP-jongeren pleit voor een fundamentele herbezinning op seksuele vrijheid. Seksuele vrijheid betekent namelijk niet een maatschappelijk vrijheid om in onbeperkt mate en naar hartenlust erotiek te consumeren. Dit artikel betoogt dat (onbeperkte) seksuele vrijheid zal leiden tot de individualisering van de samenleving en daarom juist begrenst moet worden.

De wens van onbeperkte seksuele vrijheid, als een soort bevrijding uit een beknottende cocon, staat in de context van de toenemende vraag naar absolute zelfontplooiing. Iedereen en alles moet zich tegenwoordig ‘autonoom’ (vrij van ieder ander dus) kunnen ontwikkelen. Veel mensen denken dat dit prima kan en zelfs aangemoedigd moet worden, maar zij gaan voorbij aan de maatschappelijk gevolgen die dit denken met zich meebrengt. Het eindeloze, rücksichtsloze streven naar maximale ik-bevrediging zadelt mensen op met een ondraaglijke verantwoordelijkheid, de constructie van het eigen ‘ik'. Was je vroeger vanaf je geboorte of man of vrouw, tegenwoordig is er een niet-limitatieve lijst met genderopties. SGP-jongeren erkent ten volle dat er lijden achter een afwijkend gender kan liggen. Maar de obsessie waarmee we aan onszelf worden overgelaten in het vormen van een seksuele identiteit is desastreus voor veel mensen, niet in de minste plaats kinderen. Dit autonome, ik-gerichte denken betekent ook dat het motief van seks(ualiteit) verandert. Seks wordt tegenwoordig bedreven vanuit een lustmotief (een nemende ik), in plaats vanuit het motief dan ‘duurzame liefde’ (en een gevende ik). Een sterke uiting daarvan is het massale kijken naar pornografie. Dit wordt van beleefd als ‘vrijheid’, maar is in werkelijkheid arm omdat het niet zoekt naar een leven in een ‘thuis’ van geborgenheid en liefde.

Kortom, de zucht naar absolute zelfontplooiing resulteert in een sterke ´ik-gerichtheid’, waardoor de samenleving plaatsmaakt voor slechts losse individuen.

Ten tweede is absolute seksuele vrijheid om meer praktische redenen ook maatschappelijk gezien niet wenselijk. Begrippen als ‘trouw’ en ‘liefde’ verwateren in onze maatschappij steeds meer tot consumptiegoederen. Hooguit leuk voor even, maar toch snel weer aan vervanging toe. Het vocabulaire van een middelbare scholier is tegenwoordig standaard uitgerust met termen als ‘second-love’ en ‘one-night stands’. Een stabiel huwelijk met één partner voor het leven valt tegenwoordig in de categorie ‘curiosa'. Ruim veertig (!) procent van de huwelijken eindigt in een echtscheiding en bij zestig procent van de echtscheidingen zijn kinderen betrokken. Jeugdzorg geeft aan dat jeugdbeschermers inmiddels meer dan de helft van hun tijd aan vechtscheiding besteden. Is het dan verwonderlijk dat steeds meer jonge mensen moeite hebben om stabiliteit, liefde en geborgenheid te vinden in onze maatschappij?

De gevolgen van allerlei samenlevingsverbanden waarin de huwelijkse trouw gemist wordt, zijn zonder twijfel een grote blinde vlek in het maatschappelijke debat. Financieel instabiele eenoudergezinnen, verstoorde relaties en verwoest vertrouwen vormen vaak een ongezonde voedingsbodem voor de toekomst van onze kinderen. Daar komt nog bij dat het streven naar absolute seksuele vrijheid gemakkelijk kan leiden tot een hellend vlak met allerlei perverse toestanden als gevolg. Waar het in de jaren ´60 begon met het goedkeuren van seksualiteit buiten de veilige sfeer van het huwelijk gaan in Nederland al de eerste stemmen op om pedofilie te legaliseren. Is de absurde consequentie van deze ‘vrije’ moraal niet dat ook bestialiteit geen bezwaar meer is?

Kortom, in dit artikel is aangetoond dat absolute seksuele vrijheid uiterst negatieve gevolgen kent voor de maatschappij. Er is gelukkig hoop. Er klinken inmiddels weer stemmen om seksualiteit te herwaarderen in relationele verbondenheid bínnen de grenzen van het huwelijk. Geen perverse grenzen waarbij de mens zichzelf tot een norm is, maar grenzen zoals God ze ons openbaarde en gaf in Zijn Woord. Want zonder de Gods Woord zijn immers ook de positieve veranderingen onderhevig aan tijdelijke stemmen en de waan van de dag. In Zijn Woord leert Hij ons dat duurzame seksuele vrijheid alleen te vinden is in een huwelijk tussen één man en één vrouw.

Ten slotte. De wens om af te rekenen met ‘middeleeuwse wetten en regeltjes’ laat zien dat het debat over seksuele vrijheid tegelijkertijd een debat is dat gaat over de grenzen van vrije meningsuiting. Het lijkt wel alsof de grenzen van het vrije woord daar ophouden waar Gods Woord begint. Iedereen mag zijn mening hebben, zolang dat ligt binnen de grenzen van het progressieve gelijkheidsevangelie. Voel je je daar niet thuis, dan word je snel bestickerd als ‘intolerant’ en ‘fundamentalistisch’. SGP-jongeren pleit echter voor hét vrije woord. Gods Woord. Want een leven naar Zijn woord geeft ons pas échte vrijheid. Want alleen als we naar Zijn wil leven klinkt de belofte: ‘Neemt waar, en hoort al deze woorden, die ik u gebiede, opdat het u, en uw kinderen na u, welga tot in eeuwigheid, als gij zult gedaan hebben wat goed en recht is in de ogen des HEEREN, uws Gods.’