De laatste tijd is het midden- en kleinbedrijf (mkb) veel in het nieuws. Veel van deze bedrijven zijn in zwaar weer terechtgekomen. De energiecrisis is hier de belangrijkste oorzaak van. Veel bedrijven kunnen de rekeningen niet meer betalen. Daarom roepen verschillende partijen kreten als: "Meer geld, meer subsidie!" Maar is dat wel zo verstandig?

Probleem van het mkb

Het mkb is de ruggengraat van de Nederlandse economie. Het zorgt voor meer dan de helft van de Nederlandse werkgelegenheid. Een deel hiervan zit nu echter in zwaar weer. Door een grote stijging van de energieprijzen kunnen veel energie-intensieve ondernemers hun rekeningen (bijna) niet meer betalen. Dit leidt tot een toenemend aantal faillissementen. Schrijnende situaties ontstaan wanneer hardwerkende ondernemers hun bedrijf moeten opgeven.

Maar er zijn ook twee andere problemen, zogenoemde macro-economische gevaren. Allereerst het gevaar dat de markt verschuift van de kleine ondernemers naar de grote multinationals. Grote bedrijven hebben schaalvoordelen, waardoor zij kosten kunnen spreiden en verminderen. Zij hoeven dus niet altijd de prijzen te verhogen. Grote bedrijven kunnen de klappen dus makkelijker incasseren dan kleine bedrijven. Een voorbeeld hiervan is dat een supermarkt zijn prijzen wel kan verhogen, terwijl dit voor een bakker of slager veel lastiger is. Als het brood of het vlees daar te duur wordt, gaan de klanten immers naar de concurrerende supermarkt.

Het is belangrijk voor ons economisch landschap om ook kleine ondernemers te behouden. Als SGP-jongeren staan we immers pal voor het ondernemersklimaat, waarin iedere hardwerkende Nederlander een eigen bedrijfje moet kunnen runnen. Niet alleen de grote multinationals, maar ook de lokale bakker en slager verdienen een plaats in onze economie.

Het tweede gevaar is dat bepaalde sectoren uit Nederland verdwijnen. De visserij bijvoorbeeld. Vissers zien hun energiekosten zo hard stijgen, dat hun bedrijven niet meer levensvatbaar zijn. Als de huidige trend doorzet, zal deze sector uit Nederland verdwijnen. Veel mensen zijn in deze sectoren werkzaam en zij zien nu met pijn in het hart hun ambacht afsterven.

Hulp van de overheid

Nu het probleem helder is, rijst de vraag of de overheid dit ook moet oplossen. SGP-jongeren staat voor een kleine en terughoudende overheid. De markt brengt zichzelf meestal vanzelf in evenwicht. Daarbij horen betere en slechtere tijden, de opkomst van nieuwe bedrijven maar ook faillissementen. Zo blijft de markt in beweging en worden ondernemers geprikkeld te ontwikkelen en te innoveren. Zo gaat de economie vooruit. Overheidsingrijpen remt dit af. Daarom mag de overheid slechts bij ernstig marktfalen en grote ongelijkheid ingrijpen. Eén van de manieren om in te grijpen in de economie door middel van financiële steun, oftewel subsidies.

Er zijn grofweg twee vormen van subsidie. De eerste vorm is noodsteun, deze is bedoeld om bedrijven te steunen wanneer zij het moeilijk hebben door een onverwachtse gebeurtenis. Bij een korte crisis, zoals de coronacrisis, kan deze steun voorkomen dat bedrijven kopje onder gaan. Daarnaast krijgen ondernemers hierdoor de tijd om zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Wanneer een crisis echter lang aanhoudt, vervalt deze noodsteun tot een eindeloze stroom geld in een bodemloze put, omdat de bedrijven die hiervan gebruik maken niet meer zelfstandig kunnen bestaan en er dus geen perspectief is op toekomstige winstgevendheid. De extreem hoge energieprijzen waren het gevolg van een onverwachtse gebeurtenis (de oorlog in Oekraïne) en zijn inmiddels al een stuk gedaald. Toch is de verwachting dat de energieprijzen de komende jaren structureel hoger zullen zijn dan de afgelopen jaren. Daarom was de eerste steun voor de incidenteel hoge gasprijzen in 2022 was wel nuttig, maar is aanhoudende steun voor de structureel hogere energieprijzen onverstandig, omdat de economie zich aan de nieuwe omstandigheden moet aanpassen. Daarnaast leidt noodsteun ook tot hogere energieprijzen, omdat bedrijven financieel worden ondersteun om hun energievraag in stand te houden.

De tweede vorm van een subsidie geeft bedrijven de gelegenheid te innoveren om uiteindelijk op eigen benen weer verder te gaan. Hierbij gaat het vaak om subsidies die zich op de lange termijn uit betalen. In de huidige energiecrisis gaat het vooral om subsidies die verduurzaming van het bedrijfsleven stimuleren. Deze tweede vorm van subsidie is een vorm van investeren en betaalt zich op de lange termijn uit. Zo kunnen de energiekosten omlaag worden gebracht. Verduurzaming is al langer belangrijk, maar de noodzaak hiervan wordt nu extra duidelijk. Veel bedrijven kunnen en willen graag verduurzamen, maar hebben hier niet voldoende geld voor. Zeker niet in de huidige crisis.

Oplossing voor het mkb

Om energie-intensieve bedrijven te ondersteunen, heeft het kabinet een noodsteunregeling geïntroduceerd. De zogeheten Tegemoetkoming Energiekosten regeling (TEK-regeling) is bedoeld voor mkb’ers die veel energie gebruiken. Deze bedrijven kunnen compensatie aanvragen voor de hoge energiekosten. De kosten van deze TEK-regeling worden geschat op zo'n 1,4 miljard euro. Deze regeling is tijdelijk en het is cruciaal dat dit zo blijft, want dreigt er geld in een bodemloze put te worden gestort, zoals in de alinea hierboven is beschreven.

Naast deze regeling is er ook een subsidie gericht op innovatie: de BMKB-Groen. Met dit fonds kunnen mkb’ers verduurzamen om zo hun energiekosten te verminderen. Deze regeling wordt met 7,7 miljoen euro aangevuld tot 15,2 miljoen euro.

Een ander voorbeeld van een subsidie gericht op innovatie is de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM). Deze regeling vergoedt 80% van de kosten voor energieadvies en stimuleert zo de verduurzaming van de bedrijfsvoering. Voor deze regeling is een budget van 28,2 miljoen euro.

SGP-jongeren pleit ervoor om de TEK-regeling heel gericht toe te spitsen op de bedrijven die met aanvulling van de BMKB-Groen, SVM en andere regelingen kunnen verduurzamen. Zij kunnen de energiekosten flink omlaag brengen om vervolgens op eigen benen verder te gaan. Daarnaast moeten de BMKB-Groen, SVM en vergelijkbare regelingen uitgebreid worden. De budgetten van deze regelingen vallen in het niet bij de enorm hoge kosten van de TEK-regeling. Met uitbreiding van deze subsidies kan de verduurzaming sneller en voor meer bedrijven tot stand komen. Met andere woorden: geen eindeloze noodsteun, maar efficiënte investeringen. Deze vorm van energiesteun draagt bij aan een gezond ondernemersklimaat, een gezonde en duurzame economie en gezonde overheidsuitgaven.

Conclusie

Verschillende financiële crises vragen om verschillende aanpakken. De oorzaken verschillen immers per situatie. Maar er is het is wel goed om hiervoor een kader te schetsen. SGP-jongeren pleit voor een kleine overheid met een dynamische, bewegende markt. Slechts bij ernstig marktfalen mag de overheid ingrijpen. Dit ingrijpen dient dan te allen tijde rekening te houden met een schommelende economie. Daarom moet de overheid zorgdragen voor die bedrijven, die in de kern gezond zijn en slechts kortdurende overheidssteun nodig hebben, om weer op eigen benen verder te gaan. Zo blijven bedrijven innoveren en ontwikkelen en gaat de economie vooruit, ook in deze energiecrisis. Daarom pleit SGP-jongeren voor meer inzet op verduurzaming, in plaats van alleen het bekostigen van de huidige energierekening. Met andere woorden: niet alleen het hoofd boven water houden, maar ook zwemles geven.

Geschreven door Maurits Verhoeven

Maurits is lid van commissie Sociaal-Economische Zaken.