Antisemitisme komt voor in de hele samenleving. Daarom verdient het probleem een brede maatschappelijke aanpak. Focus daarbij op bewustwording en het alledaagse.
Vorige week zaterdag werd Urk opgeschrikt door een groep jongeren die, met nazikostuums aan, een jongen onder schot namen die een Jodenster droeg. Wanneer de jongeren later hun excuses aanbieden, geven ze aan dat het „nooit de intentie was om herinneringen van de Tweede Wereldoorlog op te wekken.” Het is onbegrijpelijk hoe het kan dat er zo weinig moreel besef is van deze ingrijpende historische gebeurtenis. Sterker nog: de constante in de duizenden jaren wereldgeschiedenis lijkt de irrationale afkeer tegen en dehumanisering van de Joden te zijn. Antisemitisme is van alle tijden, zal niet zomaar verdwijnen en moet daarom steeds worden bestreden. Ook nu. Een onorthodox plan van SGP-jongeren.
Stijgend aantal meldingen
De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) omschrijft antisemitisme kortweg als „een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden.” Het openbaar ministerie rekent uitlatingen onder antisemitisme waarmee „Joden in diskrediet worden gebracht en hun waardigheid wordt aangetast.”
Het stijgend aantal meldingen bij de Monitor Antisemitische Incidenten, het grootschalig onderzoek van het EU-agentschap Fundamental Rights Agency (FRA) in 2018 en de tweede plek in de cijfers over discriminatie van het openbaar ministerie laten zien dat er reden genoeg is om het bestrijden van antisemitisme hoog op de politieke agenda te houden.
De bekendste uiting van antisemitisme is zonder twijfel de Holocaust. Wie denkt dat antisemitisme daarmee achter ons ligt, heeft het helaas bij het verkeerde eind. Inherent aan Jodenhaat lijkt te zijn dat het zich als een veelkoppig monster manifesteert, wat bestrijding lastig maakt.
Een paar voorbeelden. Op de extremistische flanken van het politieke spectrum duikt afkeer van Joden of het Joodse volk vaak op. Maar ook de Engelse Labour Party (zusterpartij van de PvdA), heeft te kampen met antisemitische politici. En ook vanuit religies komt antisemitisme op verschillende plekken voor. Terecht wordt veel naar de islam verwezen als explosieve bron van Jodenhaat, maar ook in de christelijke geschiedenis heeft men zich bijzonder negatief uitgelaten over de Joden.
Jodenster
Met de tijden veranderen ook de uitingen van antisemitisme. Online is inmiddels veel antisemitisme te vinden: complottheorieën waarbij de Joden worden afgebeeld als veroorzakers van het coronavirus. Een misschien nog wel veel groter probleem is het halfbewuste of onbewuste antisemitisme. Bij demonstraties tegen coronamaatregelen duikt niet zelden de Jodenster op – men is er als de kippen bij om te motiveren dat het geen antisemitisme is, maar dat het juist getuigt van historisch besef. Het voor lief nemen van antisemitisme of het er zich niet van bewust zijn –zoals recent de karikaturale illustratie in de Volkskrant van Maurice de Hond– vormt vandaag de dag een groot probleem.
Dus blijft antisemitisme een probleem omdat het in de hele maatschappij te vinden is. Het is niet beperkt tot de krochten van internet. Het komt voor met allerlei motieven, bewust en onbewust. Hanna Luden, directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI), vertelde hierover bij de demonstratie #KeppelOp in 2019: „Mijn vader, een ervaringsdeskundige, zei vaak: Antisemitisme discrimineert niet. Het komt voor bij links en rechts, in de stad en op het platteland, bij rijk en arm, autochtoon en allochtoon.”
Antisemitisme behoort dus ook het probleem van de hele maatschappij te zijn. Het is namelijk niet onschuldig of zonder gevolgen: het kan niet alleen iemands leven verwoesten, maar kan ook leiden tot aanslagen op bijvoorbeeld synagogen. Joden voelen zich niet vrij om zomaar een keppeltje op straat te dragen. Het is hoog tijd dat het groeiend antisemitisme wordt gestopt. Maar hoe, als antisemitisme al zo lang aanwezig is in de maatschappij?
Het gericht bestrijden van antisemitisme lijkt de gemakkelijkste oplossing. Daar moet ook zeker op worden ingezet. Denk aan maatregelen om antisemitische spreekkoren bij het voetbal te voorkomen of achteraf te sanctioneren, iets wat in het Verenigd Koninkrijk succesvol blijkt. In principe zijn er al juridische middelen genoeg; daar zou meer gebruik van gemaakt moeten worden. Denk aan artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht: de strafbaarheid van opzettelijke groepsbelediging is een belangrijk instrument voor de aanpak van antisemitisme. Het artikel werd in 1934 nota bene in het leven geroepen om antisemitisme en fascisme juridisch te bestrijden. De discussie om dit wetsartikel te schrappen is zorgelijk en moet radicaal van de hand worden gewezen. De aangiftebereidheid kan worden verhoogd als blijkt dat er daadwerkelijk wat met aangiften wordt gedaan. De in 2020 aangetreden Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding gaat hier hopelijk voortvarend mee aan de slag.
Scholen
Tegelijkertijd wordt de wortel daarmee niet aangepakt. Een breed maatschappelijk probleem wijst ons naar een brede maatschappelijke aanpak. Terecht wordt er dan al snel gekeken naar scholen – scholen die al veel op hun bordje hebben liggen en al verplicht aandacht moeten geven aan de Holocaust.
Toch is dat bij lange na niet voldoende. Het antisemitisme van vandaag is niet enkel terug te voeren op het verleden en ook niet te beperken tot het Israël-Palestinaconflict. Door alleen die gedeelten in de Joodse geschiedenis aan de kaak te stellen kan er juist polarisatie ontstaan, zeker als het gaat om leerlingen die het islamitisch geloof belijden. De Jood van vandaag is gewoon onderdeel van de maatschappij, is net zo goed bakker, ambtenaar of vriend als ieder ander. Het bezien van Joden als ”de gekwetste groep” kan hen juist buiten de maatschappij plaatsen; we doen dan net zo hard mee aan het stereotyperen. Daarvoor waken is dus ook van cruciaal belang.
Illusie
Deze uitdaging kunnen scholen goed oppakken; in bijvoorbeeld Duitsland blijkt deze focus op een brede aanpak waarin Joden niet als aparte groep gezien worden effectief. Kritiek op de Israëlische regering bijvoorbeeld moet ons niet voorzichtig maken: dat is juist gezond. Net zoals we kritiek mogen hebben op de regering van Rusland of Rwanda. Te veel voorzichtigheid roept juist een tegenreactie op.
Het volledig uitbannen van antisemitisme is een illusie, maar wel een belangrijke taak voor de overheid. Ze moet hiervoor de juiste middelen in handen hebben. Strafrechtelijk, in de handhaving, maar ook juist in het voorkómen van antisemitisme. Bewustwording kweek je niet door enkel repressie, maar door de focus op het alledaagse. Want juist in het alledaagse wordt het verschil gemaakt.
Dit artikel verscheen eerder als opiniestuk in het Refomatorisch Dagblad.