Op 4 oktober heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen om het ondertekenen van identiteitsverklaringen onmogelijk te maken. SGP-jongeren betreurt deze stemmingsuitslag en wil opkomen voor onderwijsvrijheid. Tegelijkertijd maakt SGP-jongeren zich daarmee ook sterk voor diversiteit.

Diversiteit in het onderwijs ontstaat in gezinnen

Diversiteit van het onderwijs ontstaat allereerst in gezinnen. Tot en met het achttiende levensjaar is het gezin de belangrijkste plaats voor de ontwikkeling van het kind, zowel emotioneel als ethisch. Een stabiel gezin is van levensbelang om later op een stabiele manier in de maatschappij mee te kunnen draaien. Onvermijdelijk zijn de opvattingen en het gedrag van alle Nederlandse ouders bijzonder divers. Neemt de staat de opvoeding te veel over, dan vormt de staat deze diversiteit in gezinnen om tot een eenheidsworst. De vervreemding van de maatschappij zal daardoor toenemen. De keuze voor de levensbeschouwelijke inkadering moet daarom bij ouders liggen en niet bij de staat.

Als gevolg daarvan is staatsbemoeienis pas gewenst als de veiligheid van leerlingen in het gedrang komt. Dit is het geval bij sociale uitsluiting en pestgedrag. In het debat over onderwijsvrijheid werd de vraag opgeworpen of grondwetsartikel 23 dit pestgedrag niet in de hand werkt. In het debat werd een dergelijke stelling zonder veel uitleg verdedigd als een “preventieve werking”. Daarmee werd duidelijk dat niet aangetoond kon worden dat identiteitsverklaringen deze veiligheid bedreigen.

Identiteitsverklaringen waarborgen diversiteit

In het verlengde hiervan stelt SGP-jongeren dat echt divers onderwijs juist aansluit bij artikel 23. Diversiteit is niet alleen een zaak van de praktijk, maar ook van opvattingen. Zo luisteren mensen niet alleen naar pop en klassieke muziek, maar is er ook verschil in opvatting over de vraag of sommige muziek beter is dan andere. Diversiteit is er dus ook in opvattingen. Over deze fundamentele opvattingsverschillen moeten we het gesprek kunnen aangaan; zo blijven zo veel mogelijk goedwillende mensen bij onze maatschappij betrokken. Dat lukt niet als debatten onmogelijk gemaakt worden en ontneemt mensen de mogelijkheid om van elkaar te leren.

Identiteitsverklaringen op scholen reflecteren deze verschillen in opvattingen. Zulke verschillen bestaan er op tal van vlakken, ook tussen christelijke scholen onderling. Het verbieden van identiteitsverklaringen ontneemt scholen een belangrijk instrument om hun eigen identiteit en gaat ten koste van de diversiteit in opvattingen op scholen. Liberalen accepteren alleen diversiteit in de praktijk; veel christenen accepteren beide. Het christendom geeft dus duidelijk meer ruimte voor diversiteit dan het liberalisme.

Zoek oplossing binnen huidige wettelijke kaders

In plaats van het geven van meningen over grondwetsartikel 23 is het zinvoller om beter toe te zien op de uitvoering van de huidige wetten. Pestgedrag wordt vaak veroorzaakt door pesters die zien dat het gedrag van hun slachtoffers van de heersende norm afwijkt. In principe kan dat iedereen overkomen. De uitlating van Krouwel, die stelde dat christenen worden getraind om te onderdrukken, past goed in dat patroon.

Dit alles roept wel de vraag op wat er moet gebeuren als een leerling het fundamenteel oneens blijkt met de opvattingen die in de identiteitsverklaring staan. Dit probleem speelt doordat de schoolkeuze door ouders wordt gemaakt op het moment dat kinderen nog niet volledig wilsbekwaam zijn. Alle scholen dienen daarom te zorgen voor een oplossing voor kinderen die zich niet met de opvattingen van hun school of ouders kunnen verenigen. Een mentor zou de leerling wellicht kunnen helpen met een overstap naar een andere school als de leerling dit wenst. Wil de leerling desondanks graag blijven, dan kunnen de school en de leerling afspraken maken over de praktische omgang met hun geschil. Het zou goed zijn als onafhankelijke zorgverleners daarbij een oogje in het zeil houden om het belang van de leerling te bewaken.

Kortom, diversiteit op school wordt bij de SGP beter gewaarborgd dan bij de liberalen. Diversiteit gaat niet alleen over de praktijk, maar ook over opvattingen. Vanwege het belang van het gezin dient de schoolkeuze van ouders leidend te zijn, maar er moet overal een oplossing komen voor leerlingen die niet in hun omgeving passen. Het zou goed zijn als reformatorische scholen daarin vooroplopen.