Niet alleen Van Luijk maar ook de VVD spreekt over fors stijgende maandlasten voor starters als de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. De afbouw daarvan is echter voordelig voor starters, mits deze geleidelijk plaatsvindt en de volledige opbrengst gebruikt wordt voor verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting.
Pas vanaf 2029
De hypotheekrenteaftrek zorgt ervoor dat woningbezitters hun betaalde hypotheekrente mogen aftrekken van de inkomstenbelasting. Het gevolg is dat zij meer geld overhouden, waardoor zij een hogere hypotheek kunnen afsluiten. De hypotheekrenteaftrek stimuleert dus de vraag naar woningen. Door het woningtekort zorgt het belastingvoordeel van de hypotheekaftrek voor nog hogere woningprijzen. Daarnaast komt het voordeel van de hypotheekrenteaftrek terecht bij enkel de woningbezitters. Woningzoekenden en huurders betalen dus mee aan de voordelen voor woningbezitters, terwijl die over het algemeen meer verdienen.
Met de opbrengst van de afschaffing hypotheekrenteaftrek moet de inkomstenbelasting worden verlaagd
Het is daarom van belang dat de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. Dit moet wel geleidelijk gebeuren, om plotse forse stijgingen van de woonlasten te voorkomen. Een geleidelijke afbouw zorgt ervoor dat de woonlasten de komende jaren maar beperkt stijgen. Daarnaast kan de afbouw van de hypotheekrenteaftrek pas in 2029 beginnen, omdat de systemen van de Belastingdienst die dan pas kunnen verwerken. Dit zorgt ervoor dat de komende jaren al rekening gehouden kan worden met de afbouw.
Bangmakerij
De opbrengst van de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek moet volledig terugvloeien naar de burger via een verlaging van de inkomstenbelasting. De hypotheekrenteaftrek kost in 2025 11 miljard euro. Als dit geld gebruikt wordt om de tarieven in de inkomstenbelasting te verlagen, dan gaat werken meer lonen én worden woningbezitters gecompenseerd voor de afbouw van de hypotheekrenteaftrek.
Een verwachte stijging van de maandlasten van 400 tot 500 euro zal in werkelijkheid niet voorkomen
Verder heeft de afbouw als neveneffect dat de woningprijzen minder sterk zullen stijgen. De Nederlandsche Bank schat dat de huizenprijzen de komende twaalf jaar met ruim 40 procent zullen stijgen. Maar met een gefaseerde afbouw van de hypotheekrenteaftrek zouden de huizenprijzen aanmerkelijk minder hard stijgen. Dit helpt toekomstige starters.
De VVD beweert juist dat de maandlasten van woningbezitters met 400 tot 500 euro kunnen stijgen door het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Met deze stelling doet de VVD echter aan bangmakerij. In theorie zou dit scenario voor kunnen komen bij een hoge hypotheekschuld met een hoge hypotheekrente. Van zo'n grote maandlastenstijging zou alleen sprake zijn wanneer de hypotheekrenteaftrek in een ontzettend hoog tempo zou worden afgebouwd. Die situatie is echter onrealistisch.
In het algemeen geldt: hoe langer het afbouwtraject, hoe minder de maandlasten stijgen. Bovendien wordt, wat ons betreft, de opbrengst ingezet voor een lastenverlichting in de inkomstenbelasting. Een stijging van de maandlasten van 400 tot 500 euro zal in werkelijkheid dus niet voorkomen.
Kans
Om genoemde redenen is het niet nodig om paniek te zaaien over de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. De effecten ervan zullen beperkt en beheersbaar zijn voor starters. De afbouw is juist een kans om werken lonender te maken en ervoor te zorgen dat toekomstige generaties niet te maken hebben met buitengewoon hoge woningprijzen.